Een stuurgroep rondhangende jongeren
Download een versie die je kan printen
Om een kwalitatief lokaal beleid naar rondhangende jongeren uit te werken moet een stad of gemeente weten wat ze wil bereiken met dit beleid, welke de doelstellingen zijn van het beleid op korte en lange termijn.
Een beleid dat een bepaalde doelgroep voor ogen heeft, in dit geval rondhangende jongeren, moet ook de beoogde doelgroep rechtstreeks of onrechtstreeks bij dit beleid betrekken. Ideaal is als een delegatie van de jongeren zelf mee aan tafel zit. De praktijk wijst echter uit dat actieve deelname van jongeren aan een stuurgroep moeilijk realiseerbar is. Het is dan ook meestal de veldwerker/jongerenwerker die de stem van deze jongeren vertolkt in het opzetten en uitvoeren van het beleid. Via de veldwerker geven rondhangende jongeren mee vorm aan het beleid en krijgen ze een stem in het debat.
Doelstellingen van een stuurgroep
Omdat het fenomeen rondhangen verschillende beleidsdomeinen doorkruist lijkt het ook logisch die verschillende beleidsdomeinen te betrekken bij de opzet van een beleid.
Bij voorkeur de jeugddienst neemt het initiatief op zich om relevante lokale partners samen te brengen. Een onderscheid kan gemaakt worden tussen ‘verplichte' partners en wenselijke partners.
Verplichte partners: jeugddienst, een beleidsverantwoordelijke (bij voorkeur Schepen van Jeugd), (wijk)politie, veldwerker.
Wenselijke partners kunnen zeer divers zijn en afhankelijk van de lokale context. Alleszins zijn het diensten die rechtstreeks of onrechtstreeks te maken hebben met jongeren die rondhangen. Mogelijke diensten zijn : sportdienst, preventiedienst, technische dienst, jeugdhuis, andere Schepenen, buurtwerk, OCMW, ...
Algemeen kan gesteld worden dat een stuurgroep wil voorkomen dat er een ad hoc beleid gevoerd wordt. Een ad hoc beleid dat alleen maar in actie treedt indien er zich problemen voor doen. Plotse beslissingen zijn geen doordachte beslissingen en houden geen lange termijnvisie in. Dit brandjes blussen is meestal enkel en alleen gericht op een verbetering van de situatie van de klagers en houdt weinig tot geen rekening met de jongeren. Goede voorstellen/ideeën en oplossingen bekijk je vanuit diverse hoeken en houden met alle betrokken partijen rekening.
Een stuurgroep kan ook nooit tot doel hebben om persoonlijke gegevens van jongeren uit wisselen. Tijdens een stuurgroep gaat het over de groep, de plaats, de omgeving maar nooit over de individuele personen binnen deze groepen.
Meer concreet is een stuurgroep bezig met :
- opmaken van een gemeenschappelijke visie (1)
- bespreken van acties (2)
- Visie:
Een kwalitatief beleid staat of valt met een uitgewerkte en onderbouwde visie. De visie geeft de ambitie weer van de stuurgroep :
- Waar willen we voor gaan (doelstellingen)?
- Wat zijn de uitgangspunten van het beleid?
- We betrekken we bij de uitvoering van dit beleid.
Kortom : een visie over rondhangen. Alle neuzen proberen in een zelfde richting te laten kijken en denken. De visietekst gebruikt voor de campagne ‘hangman' kan hierbij als basis gebruikt worden.
Laat, indien mogelijk, deze visietekst ook de gemeenteraad passeren. Als het kan zelfs goedkeuren.
Publiceer de visietekst in het gemeenteblad. Je hebt iets om op terug te vallen of, indien er een negatieve reactie komt, stof tot discussie en debat.
- Acties
Een sterke stuurgroep start best met een inventaris van al de gegevens over de groepen. Deze gegevens komen in eerste instantie van de veldwerker. Op welke plaatsen is hij geweest, hoe dikwijls, wat valt op, wat zijn vragen bedenkingen van jongeren, enz... Maar ook de gegevens van de politie (al dan niet in de vorm van klachten of PV's) zijn van belang. Tot slot zijn er mogelijks nog via andere kanalen meldingen binnen gekomen (vragen, klachten, bedenkingen, enz...).
Het is op basis van de gezamenlijke gegevens dat er acties ondernomen kunnen worden. Vertrek van volgende vragen :
- Is er een vraag om iets te doen?
- Moeten we iets doen met deze vraag? (van wie komt de vraag, van hoeveel mensen komt de vraag, al dikwijls gevraagd, ...)
- Wat kan er gebeuren?
- Wie gaat dat doen?
- Wat willen we bereiken?
Binnen de stuurgroep bekijk je welke acties kunnen ondernomen worden t.a.v. deze jongeren (of mogelijk ook andere personen). Dit kunnen zowel positieve als negatieve acties zijn.
Positief : een vrijetijdsaanbod, plaatsing infrastructuur, een wijkactiviteit door jongeren voor de buren, enz... Een vraag of behoefte van de jongeren ligt hierbij altijd aan de basis.
Negatief : politionele acties, controles, enz...
Andere acties kunnen zijn : het aanbieden van vorming aan gemeentepersoneel/buurtbewoners, organiseren van een wijkvergadering, sportactiviteit waar ook de jongeren op uitgenodigd worden, ...
Niet alle meldingen/klachten moeten een antwoord krijgen. Het is niet omdat er veel klachten zijn dat er ook onmiddellijk iets moet gebeuren.
Een voorbeeld : als blijkt dat verschillende klachten over jongeren van dezelfde persoon komen kan het zinvol zijn eerst eens met de betrokkene te gaan praten i.p.v. onmiddellijk de jongeren te viseren.
Kijk ook even bij de praktijkvoorbeelden om na te gaan hoe andere gemeentes te werk gingen!